donderdag 4 juni 2020

Nieuwsbrief dit weekend

Ook deze week komt er een nieuwsbrief uit voor het komend weekend. Daarin hebben we voor het eerst sinds het begin van de coronamaatregelen weer een agenda. 

Het parochienieuws wordt nog gedomineerd door de toepassing van de maatregelen. We leggen uit wat de bedoeling is met het reserveren voor de kerkdiensten. We leggen uit wat eisen zijn met betrekking tot de gezondheid van degenen die zich aanmelden. En we doen een aanbod voor kwetsbare ouderen die toch graag de communie willen ontvangen.

U vindt de nieuwsbrief HIER OM TE DOWNLOADEN.


Lezingen en overweging zondag 7 juni


Eerste Lezing       Ex., 34, 4b-6. 8-9
In die dagen besteeg Mozes 's morgens vroeg de Sinaï, zoals de Heer hem bevolen had. De twee stenen platen nam hij mee.De Heer daalde neer in een wolk, kwam bij hem staan en riep de naam van de Heer uit. De Heer ging hem voorbij en riep: "De Heer ! De Heer is een barmharti­ge en medelijdende God, groot in liefde en trouw." Onmiddellijk viel Mozes op zijn knieën en boog zich neer. Toen sprak hij: "Och Heer, wees zo goed en trek met ons mee. Dit volk is wel halsstarrig, maar vergeef toch onze misdaden en zonden, en beschouw ons als uw eigen bezit."

Tussenzang          Dan., 3, 52, 53, 54, 55, 56
Refrein: U komt de lof toe in alle eeuwen.
Geprezen zijt Gij, Heer, God onzer Vaderen, U komt de lof toe in alle eeuwen. Geprezen uw heilige roemrijke Naam, U komt de lof toe in alle eeuwen.
Geprezen zijt Gij in het huis van uw glorie, U komt de lof toe in alle eeuwen. Geprezen zijt Gij op de troon van uw koninkrijk, U komt de lof toe in alle eeuwen.
Geprezen zijt Gij, die de diepten doorschouwt, tronend op kerubs, in alle eeuwen. Geprezen zijt Gij in de koepel des hemels, U komt de lof toe in alle eeuwen.

Tweede Lezing    2 Kor., 13, 11-13

Broeders en zusters, Laat alles weer goed komen, neemt mijn vermaning ter harte, weest eensgezind, bewaart de vrede, en de God van liefde en vrede zal met u zijn. Groet elkander met de heilige kus. U groeten al de heiligen. De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeen­schap van de heilige Geest zij met u allen. Amen.

Alleluia
Alleluia. Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest, God die is, en die was en die komt. Alleluia.

Evangelie
In die tijd zei Jezus tot Nikodemus: "Zozeer heeft God de wereld liefge­had, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered. Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zoon van God."

overweging onder de afbeelding




Overweging door pastoor Seidel

Als wij ons neerbuigen voor God, knielen, aanbidden, wat voor een God aanbidden we dan? Buigen we ons neer omdat God anders ons hoofd wel zal buigen? Knielen we omdat God ons anders op de knieën zal dwingen?

In de eerste lezing zien we Mozes aanbiddend neerknielen, en het trof mij waarom. Er staat immers: “de Heer is een barmhartige een meelijdende God, groot in liefde en trouw”. Zo is onze God, en daarom mogen we Hem aanbidden. Niet omdat het moet, maar omdat zijn liefde het opwekt. Niet uit dwang of winstbejag, maar in vrijheid, volle vrijheid. God geeft ons de ruimte. Niet omdat Hij groot is in schrikwekkendheid en massaliteit, maar in liefde en trouw. Groot in kleinheid dus eigenlijk, want liefde en trouw zijn grote woorden, maar eenvoudige daden.

Wij aanbidden een barmhartige God, zeggen we met Mozes. Wat betekent dat? Het evangelie legt dat uit: "Zozeer heeft God de wereld liefge­had, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben”. God is een barmhartige Vader, niet zomaar in zich, maar in de gave van de Zoon. En dat alles met als doel om de mens gelukkig te maken, voor eeuwig. Dat gegeven, dat brengt ons tot eerbied, tot liefde. Als wij die God aanbidden, aanbidden we niet alleen zijn glorie als God, maar ook zijn glorie in ons. Wij aanbidden als kinderen, in de kracht van dezelfde H. Geest die Gods eigen wezen is. We aanbidden in gemeenschappelijkheid met Hem. Wat een intimiteit! Wat een gave voor een mens die zoveel kleine en grote tekorten heeft ten overstaan van de almachtige en volmaakte! Hoe meer je eerlijk jezelf ziet, hoe groter je verbazing over God. Hoe kleiner je wordt, hoe groter Hij je maakt. Dat is de barmhartheid, dat is de gave Gods! Het is zoals de tweede lezing besluit, en waarmee wij iedere eucharistie openen: “De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeen­schap van de heilige Geest zij met u allen”. De gave van het leven is de genade, door Christus. De barmhartigheid van de Vader is de liefde van God. De intimiteit, de stroom, de communicatie (zoals er letterlijk staat), dat is de gemeenschap van de Geest. Dat alles is ons deel, omdat God het met ons, kleine mensen, deelt.

Welnu, als God zo groot is in kleinheid, dan worden wij nieuwe mensen. Wie zo ontdekt wat echte liefde is, gaat niet alleen aanbidden, maar ook beminnen. Het leven vanuit de Drievuldigheid is het leven als concrete gemeenschap. Het principe is heel eenvoudig: God is niet alléén in zich, maar zijn liefde brengt eenheid. Zo zijn wij mensen niet alléén in de wereld, maar de liefde die wij van God ontvangen, maakt ons één, als broers en zussen. Dat blijkt uit wat de tweede lezing heel treffend noemt: “Laat alles weer goed komen, weest eensgezind, bewaart de vrede, en de God van liefde en vrede zal met u zijn. Groet elkander met de heilige kus. U groeten al de heiligen.” Wie als nieuwe mens wil leven is barmhartig naar anderen, vergevingsgezind: hij laat alles goed komen. Hij is eensgezind, omdat God in zich ook niet verdeeld is. Hij bewaart de vrede, omdat vergeving en eenheid de onvrede uitsluiten. En op die manier is de liefde en vrede van God zelf ons deel. Dat laat ons onze broeders en zusters heilig groeten en kussen, dat betekent: niet zinnelijk geladen, maar wel intiem. Heel nabij, maar geestelijk. Het maakt ons geestelijk één met de broeders in de hemel, de heiligen.

Wij aanbidden dus een drieëne God. Niet omdat Hij ons dwingt, maar omdat Hij ons vrij maakt. Wij aanbidden zijn barmhartige liefde, die leeft in ons. Wij aanbidden de genade van Christus, de liefde van God, en de intimiteit van de Geest. Wij zijn vrije mensen die zichzelf geven aan onze medemensen. Niet omdat het moet. Maar omdat de Geest ons vrij maakt naar elkaar, en eenheid schept. Mogen we zo het feest van de Drievuldigheid vieren: als het feest van intimiteit met God en gemeenschap met elkaar, als nieuwe mensen. Amen.


Viering in de kapel van Binderen tijdelijk niet mogelijk

In goed overleg met het stichtingsbestuur van de Kapel van Binderen, is afgesproken dat de komende tijd (minstens tot september) er geen vieringen in de kapel zullen plaatsvinden. Daaronder vallen doopsels en huwelijken.

De reden is zeer eenvoudig. Onze premier heeft gisterenavond in zijn persconferentie nog eens duidelijk gesteld: "de anderhalve-meter regel is niet onderhandelbaar." Of we dat nu leuk vinden of niet, daar moeten we ons aan houden. In de kapel van Binderen is het onmogelijk een viering te houden met inachtneming van die verplichte afstand.

Het zal met het dopen en vieren in de kapel wat onze parochie betreft net zo gaan als met alle andere maatregelen die we nu getroffen hebben rond de kerken: zolang de anderhalve-meter samenleving er is, blijft dit van kracht.


Wij rekenen op ieders begrip.

zaterdag 30 mei 2020

Lezingen en overweging Pinksteren 2020


Eerste Lezing  Hand.2,1-11
Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome man­nen, die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. Toen dat geluid ontstond, liep het volk te hoop en tot zijn verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn eigen taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: "Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden."

Antwoordpsalm         Psalm 104
Refrein: Zend Gij uw Geest dan komt er weer leven, dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.
- Verheerlijk, mijn ziel, de Heer, wat zijt Gij groot, Heer mijn God ! Hoeveel is het, wat Gij gedaan hebt, Heer, en alles in wijsheid gemaakt, de aarde is vol van uw schepsels.
- Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om, en keren terug tot de aarde. Maar zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven, dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.
- De roem van de Heer blijve eeuwig bestaan, Hij vinde zijn vreugde in al zijn schepsels; Mogen mijn woorden Hem aangenaam zijn, dan zal ik mij in de Heer verheugen.

Tweede Lezing           1 Kor.12,3b-7.12-13
Broeders en zusters, Niemand die zegt: "Jezus is vervloekt," staat onder invloed van de Geest van God; en niemand kan zeggen: "Jezus is de Heer," tenzij door de heilige Geest. Er zijn verschillende gaven, maar slechts een Geest. Er zijn vele vormen van dienstverlening, maar slechts een Heer. Er zijn allerlei soorten werk, maar er is slechts een God, die alles in allen tot stand brengt. Maar aan ieder van ons wordt de openba­ring van de Geest meegedeeld tot welzijn van allen. Het menselijke lichaam vormt met zijn vele ledematen een geheel; alle ledematen, hoe vele ook, maken tezamen een lichaam uit. Zo is het ook met de Christus. Wij allen, Joden en heidenen, slaven en vrijen, zijn immers in de kracht van een en dezelfde Geest door de doop een enkel lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt met een Geest.

Alleluia
Alleluia. Kom Heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde. Alleluia.

Evangelie        Joh.20,19-23
In de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: "Vrede zij u." Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: "Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u." Na deze woorden blies Hij over hen en zei: "Ontvang de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven."



Overweging door pastoor Seidel

Als we spreken over de Kerk, wat horen we dan? Vandaag op Pinksteren vieren we de geboorte van de Kerk. De heilige Geest wordt uitgestort over de apostelen en zij trekken naar buiten. In de kracht van de heilige Geest overwinnen zij hun eigen angsten en reserves om de opdracht die Jezus bij zijn Hemelvaart had gegeven uit te voeren: “Gaat uit, naar alle landen, doopt hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.” Dat is het eerste verhaal over de Kerk.

Als wij onder elkaar spreken over de Kerk, wat horen we dan? Niet het Pinksterverhaal. Wij luisteren naar verhalen over corona-protocollen, bisschoppen die niet voldoende mogelijkheden zou geven om de Kerk door deze crisis heen te loodsen, verhalen over parochies die nu leeg zouden lopen, en ja, wij zien al jaren dat onze kerken steeds leger worden, de populatie steeds ouder en nu die coronatijd… het lijkt wel de overlevingszucht van de oude reus ons meer zorgen baart dan haar levensadem…

Als we onder elkaar spreken over de Kerk, beseffen we wel wat we dan horen? Ik hoor hetzelfde als in de hele samenleving: onderbuikgevoelens van bezorgdheid en angst over de toekomst. Ik hoor ook mensen die zelf lid zijn van de club waarop ze vervolgens ook bergen kritiek hebben – zoals ook Nederlanders zich soms zo laatdunkend uitlaten over hun eigen land dat buitenlanders zich wel eens afvragen: maar hebben jullie dan geen trots? Iemand zei eens: “Het probleem met de Kerk sinds de jaren 60 is niet de leegloop van het aantal gelovigen, maar de innerlijke leegloop van de mensen die zijn blijven komen.” Keiharde diagnose, maar een geweldige oproep om als gelovige er nu echt zelf iets aan te doen.

Ja, dat laatste is het tweede pinksterverhaal: een schril contrast tussen het vuur van de eerste christengemeente en de uitgeblustheid van de eigentijdse. Het verschil tussen enthousiasme enerzijds en somberheid anderzijds.

Waarom, broeders en zusters, zouden wij eigenlijk Pinksteren vieren als we geen zin hebben om die tweede houding vandaag op het kerkplein achter te laten? Waarom Pinksteren vieren als we niet meer zouden geloven dat het wonder van vuur en enthousiasme niet dik tweeduizend jaar geleden is gebeurd, maar vandaag, heden, aan ons gebeurt?

Als we spreken over de Kerk, hebben we het dan over een geloofsgemeenschap? Ik zou het toch denken! Niets anders brengt ons in wezen samen dan het simpele feit dat we samen ergens in geloven. En niet zomaar ergens in. Wij geloven in God als onze Vader – heel nabij – Jezus als onze Christus en Verlosser – heel concreet – en de heilige Geest als de Helper – heel actueel. Hoe iedereen ook zijn of haar eigen beleving daarbij heeft, dát delen we allemaal samen. Als wij werkelijk gelovigen zijn en dat samen willen beleven – kom op: dan geloven we toch óók dat dit verhaal toekomst heeft? We geloven toch niet in iets van het verleden? Waar is dan toch die identiteit van christenen? Worden wij herkend omdat wij samen Jezus Christus beleven en ergens voor staan?
Als we spreken over de Kerk, hebben we het dan over een missionaire gemeenschap? Jezus heeft niet tegen zijn apostelen gezegd: “Hou dit binnenskamers.” De katholieke Kerk is geen esoterisch genootschap, maar een open gemeenschap. Open om met alle mensen te delen waar wij in geloven en wat ons gelukkig maakt. Ja, ook als wij eigenlijk zouden denken: ‘is dat niet onzinnig’, of ‘is dit nu wel de juiste gelegenheid’ – juist dan geloven wij dat de heilige Geest ons moed geeft om te getuigen met ons leven en ook nog met woorden. Zo komt Jezus Christus en zijn Blijde Boodschap bij de miljoenen hunkerende mensen.

Als we spreken over de Kerk, dan denk ik wel eens: nee, wij zijn veel te veel bezig met onze eigen navelstaarderij. Katholieken zijn veel te bezig met hun eigen structuren, reorganistaties, met het gezag van Paus en bisschoppen, met kwesties als het celibaat en de plaats van de vrouw in de Kerk – allemaal heel belangrijk in het kader van onze eigen navel, maar feitelijk bijzaak, helemaal bijzaak!

Als we spreken over de Kerk, dan denk ik ook aan al die mensen die wachten op zin en verlossing. Juist nu misschien, in die hele wereldwijde pandemie. Wij mopperen over de vele gedoopte schapen die niet naar de Kerk komen, maar zoeken we echt naar hen? Als Jezus spreekt over 99 schapen en één verlorene, dan vindt iedereen het sympathiek dat Jezus dat ene verlorene gaat zoeken. De 99 redden zich wel. Maar wij? Wij zien er 10 in de stal en 90 buiten lopen en wat zeggen we: laat die zich maar redden, wij hebben problemen zat met ons tienen? Kom op zeg! Wat is dat voor een Kerk? Is dat de gemeenschap van Jezus of de Goede Herder? Vinden we het dan gek dat we geen antwoorden hebben in onze samenleving die steeds onrustiger wordt en waar mensen zich steeds meer afvragen wat we moeten doen?

Nee, als we spreken over de Kerk, dan zouden we eerst moeten denken aan onze eigen keuze en opdracht als christen: leerling van Jezus te worden. Dat is onze identiteit! Wij zijn gedoopt en gezalfd met de heilige Geest. Wij hebben de opdracht om zelf altijd optimistisch te zijn, zelf te gelóven waarvoor we staan, onze identiteit hoog houden, naar onszelf en daarna ook naar anderen. En zelf de hand aan de ploeg slaan voor het Rijk Gods. Niet door alles te verwachten van de priesters, dat is klerikalisme. Priesters hebben we nodig voor de sacramenten, maar niet als loopjongens. Zelf de handen uit de mouwen steken en zelf het evangelie verkondigen aan al die mensen die rand- of buitenkerkelijk zijn. Niet de priesters maken de parochies, maar de parochianen. Als zij echt een aanstekelijke geloofsgemeenschap zijn, dan bloeit de Kerk; als zij zelf lauwe, burgerlijke, ontevreden, activistische mensen zijn die niets meer te melden hebben over Jezus en het evangelie dan ‘eh, eh, ja, een bijzonder voorbeeld’, ja dan hoeven we aan zo’n gemeenschap ook niet een van die weinige priesters te verspillen.

Als we spreken over de Kerk, laten we dan spreken over de vraag hoe wij nu, zoals we hier aanwezig zijn, het echt Pinksteren kunnen laten worden anno 2020. Hier en nu, dat vuur van de heilige Geest. In onszelf om het echt te delen met alle mensen om ons heen. Naar buiten, erop uit zoals de Paus zegt, naar de marges van Kerk en samenleving, weg van al die binnenkerkelijke problemen, aan de slag met je geloof. Dat verdiepen, om te kunnen getuigen van Jezus die ons leeft. Ik wens u een zalig Pinksteren.

woensdag 27 mei 2020

Belangrijk nieuws over de parochie na 1 juni !

Nadat vorige week de protocollen van de bisschoppen over het vieren in de anderhalve-meter-tijd zijn gepubliceerd, kunnen wij u nu vertellen hoe wij dat in onze parochie kunnen gaan toepassen. 

De langverwachte extra lange nieuwsbrief voor de parochiële exitstrategie dus. Met bijsluiter.






woensdag 20 mei 2020

Live uitzending Hemelvaartsdag vanuit de Lambertuskerk

Op Hemelvaartsdag is de eucharistie vanuit de Lambertuskerk rechtstreeks te zien op YouTube.

LINK HIER

De viering begint om 11:00 uur.

Lezingen en overweging voor Hemelvaartsdag


Eerste Lezing       (Hand.1,1-11)

Mijn eerste boek, Teófilus, heb ik geschreven over alles wat Jezus gedaan en geleerd heeft tot aan de dag, waarop Hij zijn opdracht gaf aan de Apostelen die Hij door de Heilige Geest had uitgekozen, en waarop Hij ten hemel werd opgenomen. Na zijn sterven toonde Hij hun met vele bewijzen dat Hij in leven was. Hij verscheen hun gedurende veertig dagen en sprak met hen over het Rijk Gods. Terwijl Hij met hen at beval Hij hun Jeruza­lem niet te verlaten, maar de belofte van de Vader af te wachten die, zo zei Hij, gij van Mij vernomen hebt: "Johan­nes doopte met water, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de Heilige Geest." Terwijl zij eens bijeengekomen waren stelden zij Hem de vraag: "Heer, gaat Gij in deze tijd voor Israël het koninkrijk herstellen?" Maar Hij gaf hun ten antwoord: "Het komt U niet toe dag en uur te kennen die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld. Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over U komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het einde der aarde." Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Terwijl zij Hem bij zijn hemelvaart gespannen nastaarden, stonden opeens twee mannen in witte gewaden bij hen die zeiden: "Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? "Deze Jezus die van U is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan."

Psalm 46              
Refrein: God stijgt ten troon onder luid gejuich, de Heer met geschal van bazuinen.

Alle volkeren, klapt in de handen, jubelt voor God met blij geroep. Want groot is de Heer en alom geducht, een machtig vorst over heel de aarde. Refrein

God stijgt ten troon onder luid gejuich, de Heer met geschal van bazuinen. Zingt nu voor God, laat klinken uw zang, voor onze koning een loflied. Refrein

Koning is God over heel de aarde, zingt dus een psalm voor Hem. Koning is God over alle naties, zetelend op zijn heilige troon. Refrein

Tweede Lezing    (Ef.1,17-23)

Broeders en zusters, Ik smeek de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, U de Geest te geven van wijsheid en openbaring om Hem waar­achtig te kennen. Moge Hij Uw innerlijk oog verlichten om te zien, hoe groot de hoop is waartoe hij U roept, hoe rijk de heerlijkheid van zijn erfdeel te midden der heiligen en hoe overgroot zijn macht is in ons die geloven. Dezelf­de sterkte en kracht heeft Hij betoond in Chris­tus, toen Hij Hem opwekte uit de dood en zette aan zijn rechterhand in de hemelen, hoog boven alle heer­schappijen, machten, krachten en hoogheden en boven elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze maar ook in de toekomstige tijd. Alles heeft God onder zijn voeten gelegd, en Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij als Hoofd gegeven aan de kerk die zijn lichaam is, de volheid van Hem, die het al in alles vervult.

Alleluia
Alleluia, Gaat nu en maakt alle volken tot mijn leerlingen. Ik ben met u alle dagen, tot aan de voleinding der wereld. Alleluia.

Evangelie              (Mt.28.16-20)

In die tijd begaven de elf leerlingen zich naar Galilea, naar de berg die Jezus hun aangewezen had. Toen zij Hem zagen, wierpen ze zich in aanbid­ding neer; sommigen echter twijfelden. Jezus trad nader en sprak tot hen: "Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik U bevolen heb. Ziet, Ik ben met U alle dagen tot aan de voleinding der wereld."

Homilie

Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen, pastoor? Vandaag vieren wij dat Jezus die weg is voorgegaan. Hij is thuisgekomen, in het huis van de Vader waar volgens eigen zeggen ruimte is voor velen. Wat is die weg naar de hemel? Waar hebben wij onze routeplanner? Staat de weg op een internetpagina? Eén van Jezus leerlingen, Thomas, vroeg al eens aan Jezus: “Heer, wij weten niet waar Gij heengaat, hoe moeten wij dan de weg kennen?” Waarop Jezus maar één antwoord had: “Mijn beste, Ik ben de weg, de waarheid en het leven.”
Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen? Een interessante vraag voor Hemelvaartsdag, met een verbluffend antwoord: “Ik, Jezus, ben zelf de weg, de waarheid en het leven.” Jezus is voorgegaan, niet alleen letterlijk, maar ook zijn hele levensweg. Wie Hem volgt, heeft eeuwig leven. Wie leerling van Hem wil zijn, komt thuis. Wie gelukkig wil worden, op aarde zoals in de hemel, zoekt op zijn eigen persoonlijke manier wat de weg van Jezus is voor zijn eigen leven. En dan kom je er.
“Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen” is een vraag die we ook mogen stellen aan Jezus’ moeder. Ja, welke weg wijst zij eigenlijk? Wij zijn in de meimaand, de maand van Maria. Niet voor niets. Wij voelen ons thuis bij haar en hopen dat zij voor ons leven iets van heil kan brengen. Het kan goed zijn op Hemelvaartsdag even de aandacht te verleggen van al onze eigen kleine noden en vragen, en omhoog te kijken. “Maria, kunt u ons iets zeggen over de weg naar de hemel, de plaats waar u nu bent om voor ons te bidden?”
“Ja, mijn kinderen, daar heb ik iets over te zeggen. Hetzelfde wat ik al eens eerder heb gezegd, toen mijn Zoon begon met zijn openbaar leven. ‘Doe maar wat Hij u zeggen zal…’ Dat is de weg naar de hemel. Dat is de weg die ik ook gegaan ben. Ik ben naar de hemel opgestegen omdat ik Hem gevolgd ben op zijn weg, altijd de wil heb gedaan van de Vader. Ga en doe evenzo…”
Ja, wij kunnen iets zeggen over onze weg naar de hemel. Aan de hand van Maria gaan wij de weg van Jezus en het antwoord op onze vraag resoneert in onze oren: Volg Mij… Volg Mij… Volg Mij… Volg Hem op de weg van de waarheid naar het leven. Volg Hem met heel je leven, je hart en je handen en je zult in vrede zijn, thuiskomen, eens opstijgen naar het huis van de Vader dat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord maar waarvan wij in geloof en hoop weten dat het ook voor ons is weggelegd. Wees Jezus’ leerling, zoals het een missionaire gelovige anno 2020 betaamt.
De vraag stellen “Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen?” is dan ook de vraag naar: “wat is mijn eigen weg, mijn eigen roeping, mijn eigen vraag naar wat God van mij wil”. Voor iedere mens is dat: een heilig leven als leerling van Hem. Wie Jezus’ weg gaat tot het einde toe, wie leeft aan de hand van Moeder Maria, wordt heilig – ook zonder de Paus die dat plechtig bevestigt. Het is een roeping voor ons allemaal. Maar zouden wij ons in het licht van deze Hemelvaartsdag niet de vraag mogen stellen: vraagt God misschien méér van mij dan ik nu doe? Vraagt Hij misschien een weg die nog meer ten dienste staat van Hem en zijn Kerkgemeenschap? Zou ik mijn leven nog meer mogen geven om anderen te helpen de weg naar de hemel te vinden?
“Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen?” is een vraag die wij ook bijzonder aan een priester zouden mogen stellen. Wij mogen helpers zijn in de wijngaard van de Heer – om mensen te helpen op de weg van Jezus Christus. Om voorbeeld te zijn dat het Rijk der Hemelen de moeite waard is om voor te leven en te sterven. Dat het waar is dat Jezus voor mensen alles kan zijn, waard om Hem te volgen waarheen Hij ook gaat.
Kunt u helpen om mensen de weg naar de hemel te wijzen? Jazeker. Als wij zelf Jezus willen volgen, mogen wij ons hart openen voor andere mensen. Als wij geloven dat Zijn weg ons geluk is, willen wij dat anderen ook gunnen. Als wij graag bij Maria komen, willen wij ook delen in haar moederlijke zorg voor alle verloren schapen van de Kerk. Als wij iets goeds willen doen om mensen op de weg naar de hemel te helpen, laten wij dan met Maria in gebed gaan. Wij staan aan het begin van de noveen ter voorbereiding op Pinksteren. Maria ging met de apostelen in gebed om de komt van de heilige Geest. Als de Kerk van nu iets nodig heeft, is het voorgangers op de weg van Jezus’ navolging. Heiligen, mensen die helemaal willen leven voor Jezus en zijn Rijk der Hemelen. Priesters ook, die op een bijzondere manier willen leven voor Christus en hun medemensen de weg naar de hemel mogen wijzen.
Kunt u mij de weg naar de hemel vertellen, pastoor? Ja, dat kunnen wij. Met Maria wijzen wij naar Christus, de weg, de waarheid en het leven. Volg Hem. Dan komen we thuis. En wil Jezus dan een handje helpen om te bidden dat heel veel mensen die weg vinden en dat er ook altijd mensen mogen zijn die wegwijzers willen zijn naar de hemel.


vrijdag 15 mei 2020

Nieuwsbrief 15 mei


Hiermee hopen we u op de hoogte te houden van de recente ontwikkelingen.

Zo gauw er meer bekend is over de openstelling van de kerken, komt er weer een nieuwsbrief!

Volgende week is het Hemelvaartsdag. Wij kondigen nu reeds aan dat we dan een rechtstreekse viering vanuit de Lambertuskerk uitzenden op ons YouTube kanaal: https://www.youtube.com/watch?v=hMvcde3RqK8.

Deze streaming is mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van Stichting Steun Welzijnszorg, waarvoor hartelijk dank! 
Van Asten Media (foto's hieronder) verzorgt de technische kant van de uitzending, ook hen zeggen we dank voor de samenwerking!



donderdag 14 mei 2020

Overweging en lezingen zondag 17 mei

Eerste Lezing       Hand., 8, 5-8. 14-17
In die dagen kwam de diaken Filippus in de stad van Samaria en predik­te daar de Messias. Filippus' woorden oogstten algemene instemming toen de mensen hoorden wat hij zei en de tekenen zagen die hij ver­richtte. Uit vele bezetenen gingen de onreine geesten onder luid ge­schreeuw weg en vele lammen en kreupelen werden genezen. Daarover ontstond grote vreugde in die stad. Toen de apostelen in Jeruzalem vernamen dat Samaria het woord Gods had aangenomen, vaardigden zij Petrus en Johannes naar hen af, die na hun aankomst, een gebed over hen uitspraken, opdat zij de heilige Geest zouden ontvangen. Deze was namelijk nog over niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Zij legden hun dus de handen op en ze ontvingen de heilige Geest.

Antwoordpsalm  uit psalm 65 (66)

Refrein: Jubelt voor God, alle landen der aarde.
-- Jubelt voor God, alle landen der aarde, bezingt de heerlijkheid van zijn Naam. Brengt Hem hulde en zegt tot uw God: verbijsterend zijn al uw daden. Refrein
-- Heel de aarde moet U aanbidden, bezingen uw heilige Naam. Komt en aanschouwt wat God heeft verricht, ontstellende daden onder de mensen. Refrein
-- Hij maakte de zee tot een droge vallei, zij gingen te voet door de bedding. Laten wij juichen van vreugde om Hem die eeuwig regeert door zijn macht. Refrein

Tweede Lezing    1 Petr.,3, 15-18

Dierbaren, Heiligt in uw hart Christus als de Heer. Weest altijd bereid tot verant­woording aan alwie u rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft. Maar verdedigt u met zachtmoedigheid en gepaste eerbied, en zorgt dat uw geweten zuiver is. Dan zullen zij die uw goede christelijke levens­wandel beschimpen, met hun laster beschaamd staan. Hoeveel beter is het, zo God het wil, te lijden voor het goede dat men doet dan straf te ondergaan voor misdrijven. Ook Christus is eens voor al gestorven voor de zonden, de Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, om ons tot God te brengen. Gedood naar het vlees, werd Hij ten leven gewekt naar de Geest.

Alleluia                 
Alleluia. Als iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden, zegt de Heer; en Wij zullen tot Hem komen. Alleluia

Evangelie              Joh., 14, 15-21
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven: de Geest van de waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet en niet kent. Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug. Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer; gij echter zult Mij zien, want Ik leef en ook gij zult leven. Op die dag zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u. Wie mijn geboden onderhoudt, die hij heeft ontvangen, hij is het die Mij liefheeft. En wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden; ook Ik zal hem beminnen en Ik zal Mij aan hem openbaren."

-------------------------------------------------------------------

Overweging (door pastoor Seidel)

Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? In onze tijd houden veel mensen niet van geboden. Niet als ons door premier Rutte van allerlei beperkingen worden opgelegd met coronamaatregelen. En zeker niet als die door God of de Kerk worden gegeven. Mensen voelen zich vrij, en daarbij past niet zoiets als dwang van buiten. Wij kunnen zelf goed uitmaken wat we moeten doen – zeggen mensen dan. Of we anderhalve meter afstand moeten houden. Of we thuis moeten blijven. Of we God op de eerste plaats zouden moeten stellen. We houden niet van handhavers, we willen het zelf in de hand hebben.
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Jezus zegt vandaag verschillende keren “Wie Mij liefheeft, onderhoudt mijn geboden”. Zou het er aan liggen dat mensen tegenwoordig niet meer van Jezus houden? Ongetwijfeld is dat bij velen zo. Wie bij de naam Jezus niets meer voelt, wie onverschillig is of Hij nu wel of niet verrezen is, wie in God gelooft zonder Kerk en zonder per se in Jezus te geloven, ja, iemand die zó denkt, wordt niet koud of warm van Jezus – en wie onverschillig is, houdt ook niet van iemand.
Maar zouden we alleen daarom moeite hebben met de geboden? Omdat wij in een gedoogland leven, omdat Jezus’ liefde sommige mensen minder aanspreekt? Er wordt in het evangelie nog méér gezegd: Jezus blijft bij ons in de kracht van de heilige Geest. De Geest van de waarheid, de Geest die in ons zal zijn, de Geest die laat leven. Wie zich door die Geest laat leiden, zal Jezus beminnen en daarom ook een relatie met de Vader van Jezus Christus hebben.
Als mensen moeite hebben met de geboden, dan zou het dus ook wel eens een zaak kunnen zijn van ons hart. Niet alleen het hart van liefde voor Jezus Christus, maar ook omdat geloven en leven – als we eerlijk zijn – vaak zo oppervlakkig en snel is geworden. Alle dingen van grote waarde lijken tussendoortjes te worden: onmiddellijke bevrediging gewenst. Het zou ook wel eens de reden kunnen zijn waarom veel landgenoten vandaag de dag alles willen ‘voelen’. Niets is zo gemakkelijk als een gevoel waar je niet steeds bij hoeft na te denken. Niet moeilijk doen met zware woorden en begrippen… Het hart van de mens heeft echter ook diepere verlangens, verlangens naar echte relaties die tijd nodig hebben, om ze te vinden en te onderhouden. Diepe verlangens naar vrede en zekerheid die niet onmiddellijk te voelen zijn. Verlangens die gemakkelijk overschreeuwd worden door teveel consumptie en te weinig contemplatie. Verlangens die gewekt en gekoesterd worden… in de kracht van de heilige Geest, de Geest der waarheid die de Vader geeft aan wie het geduld heeft zich te laten beminnen en zelf terug te beminnen.
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Als ons hart open staat voor de heilige Geest, is het een huis waar de geboden van harte en niet uit winstbejag worden beleefd. De geboden van Christus: de twee grote van God beminnen en de naaste als onszelf. De twee geboden die één zijn in het woord ‘liefde’. Wie Christus bemint, logisch dat hij ook God – diens Vader – en de mensen – diens broers en zussen – zal beminnen. Maar daar gaat aan vooraf: ‘beminnen zoals we onszelf beminnen’. Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Omdat mensen soms te druk zijn om zichzelf écht te beminnen. Nee, egoïsme en narcisme vinden we niet moeilijk, maar dat is geen liefde. Jezelf écht beminnen wil zeggen: jezelf zien in relatie tot God en anderen. Jezelf beminnen omdat je wordt bemind. Dat is gezond evenwicht, naar wie je zelf bent en naar anderen. Dat heeft tijd nodig en geduld.
Waarom zouden we moeite hebben met de geboden? Na het voorafgaande zouden we ons mogen afvragen: zijn wij genoeg thuis bij God, onze naaste en onszelf? Laten wij ons door de heilige Geest leiden in het voetspoor van Jezus’ liefde? Zoeken wij naar de diepte van ons hart, naar wat ons echt vrede geeft, of laten we ons meeslepen door de oppervlakkigheid van consumeren en directe bevrediging? Als wij leven naar de Geest, en vanuit ons hart Christus leren vinden en beminnen, ja, dan hebben wij vanzelfsprekend geen moeite meer met zijn geboden. Want dan is het de beloofde heilige Geest die in ons is, en die we kennen omdat we thuis zijn bij ons diepste innerlijk. Daar zullen God en de naaste van harte worden bemind en de geboden niet zwaar meer zijn. 

maandag 11 mei 2020

Overleden: emeritus-pastoor Ton Sanders


In Huize Glorieux in Eindhoven, is in de nacht van 11 mei overleden, emeritus-pastoor Ton Sanders. Hij werd 91 jaar. Geboren en getogen in het centrum van Helmond, werd hij (net als zijn oudere broer) priester van ons bisdom en droeg zijn eerste Mis op in de Lambertuskerk, in 1955. Hij werkte op diverse plaatsen in ons bisdom, maar de langste tijd als rector van het St. Jozefziekenhuis in Deurne, en na zijn vroege pensionering aldaar nog kort als pastoor in Vlierden. Na zijn emeritaat woonde hij op een appartement in onze parochie en bleef hij, zolang zijn gezondheid het toeliet, assisteren in onze parochie en daarbuiten. Vanwege zijn afnemende gezondheid verhuisde hij naar een verpleeghuis voor religieuzen in Eindhoven, waar hij na een kort ziekbed, ten gevolge van een Corona-besmetting, overleed.

Wij kennen pastoor Sanders in onze parochie als een gedreven en gelovige priester, die op zijn oude dag nog vol vuur kon zijn, met zingen, preken en spreken. Hij leefde in de geest van de charismatische vernieuwing, vanuit de kracht van de Heilige Geest, en dat droeg hij ook uit. Wij zijn dankbaar voor zijn inzet en toewijding, en het delen van zijn geloof, ook voor onze parochie.



Als priesterzoon van onze Lambertusparochie gaan wij hem (overeenkomstig zijn eigen wens), vanuit de Lambertuskerk begraven rond de Calvarieberg op de begraafplaats aan de Molenstraat. Helaas moeten wij de uitvaart, vanwege de coronamaatregelen, in besloten kring doen plaatsvinden. Wij kunnen u daarom niet massaal uitnodigen voor de viering.
Maar laten wij in de geest van Ton, vol vertrouwen op Jezus en de verrijzenis, voor hem bidden, dat hij nu in de hemel met zijn Heer mag leven voor eeuwig.


(Foto's van onze website heiligelambertus.nl)


vrijdag 8 mei 2020

Overweging voor zondag 10 mei

Gewoonlijk spreek ik via YouTube een overweging in. Helaas zie ik dat die door steeds minder mensen wordt bekeken. Daarom vandaag een geschreven homilie. Over vrijheid. Over Maria. Ik wens u een goede zondag toe.
Pastoor Seidel


HOMILIE

Maria was de meeste vrije mens die ooit heeft geleefd... en daarom werd zij de nederige dienstmaagd des Heren. Afgelopen week met bevrijdingsdag en tevens de eerste week van de meimaand, durven wij deze stelling te overdenken: de meest vrije mens wordt nederige dienstmaagd. In veler oren zal dat klinken als een paradox: vrij en dienstmaagd. Die veler oren zijn dan wellicht sterk gevuld met de invulling van vrijheid zoals die thans overal rondom ons heen wordt aangeprezen: vrijheid is zelfontplooiing, keuzevrijheid van het individu. Nederige dienstmaagden worden al snel geassocieerd met slavernij.
Maar de paradox. De vrijheid die 75 jaar geleden werd bevochten, was immers geen doel in zich, althans, dat wil ik hopen. Soms zal de bevrijding van het Nazi-slavenjuk wel eens het enige zijn geweest waar men naar verlangde, ongeacht wat er op volgde, maar in wezen verlangde men naar een positieve vrijheid. Geen ‘bevrijding-van’, alleen negatief, maar ‘bevrijding-om’, positief. De bevrijding van de onderdrukking als basis om je vrij te kunnen inzetten. Vrijheid om het doel van je leven weer te mogen beleven. Vrijheid om God te kunnen dienen en de naaste als jezelf. Vrijheid om als mens weer een sociaal wezen te mogen zijn, om liefde te kunnen geven aan wie je wil. Vrijheid om zelf te kunnen uitgroeien en anderen te kunnen laten groeien naar hun bestemming in het leven. Een positieve vrijheid, die nooit alleen naar zichzelf kijkt, maar altijd de ander in zijn of haar liefde betrekt.
De broederlijke en zusterlijke liefde, is het criterium voor een vrije maatschappij. Een samenleving die vrije individuen produceert, die elkaar vergeten, die elkaar misschien zelfs het licht niet in de ogen gunnen, dat is geen samenleving maar een zelfbeleving. Dat is een groep individuen die de vrijheid niet waard is, en de gevangene is van zichzelf. Een dictatuur van ikjes.
Maria is in dat licht de meest vrije vrouw die ooit heeft geleefd. Zij was van de ontvangenis in de Moederschoot gevrijwaard van zonde. Let wel: ge-vrij-waard. Dat woord betekent veel. Vrij van... en daarmee bezat zij de meest grote innerlijke en uiterlijke vrijheid om te beminnen. Haar vrijheid-van was de basis voor een leven dat geheel en al beschikbaar was. Beschikbaar voor medemensen die nog zuchtten onder het juk van de zonde, van de innerlijke en uiterlijke slavernij. Maria’s  vrijheid werd pure liefde voor de onvrijen, en daarom wilde zij zijn: klein, delend in het lijden van de zondeslavernij, nederig, om de wil van God te vervullen die wilde dat alle mensen werden bevrijd, en dus: dienstbaar aan de mensen, dienstbaar aan de wereld, opdat die zou kunnen worden verlost door de menswording van Gods Zoon. Dienstbaar door een jawoord, dat betekende: levenslang knecht zijn met Christus, die zelf, zoals Paulus zegt: “de gedaante van een slaaf op zich heeft genomen”. De vrijheid van God die zich geeft in liefde, en de knechtschap van het menselijke lichaam aanneemt. Zo ook Maria. De vrijheid van Maria, haar vrijwaring van de zonde, kon haar tot niets anders brengen dan om de nederige dienstmaagd des Heren te worden.
Zij die van Maria een soort ‘vernederde’ dienares maken, hebben een karikatuur gemaakt van haar vrijheid. Niets vernedering. Liefde voor alle mensen! Geen onvrijheid, maar de grootste vrijheid. Vrijheid om je te geven...
In deze meimaand, en op de herdenking van onze eigen vrijheid, wil ik U heel concreet Maria voorhouden. Wij delen in haar vrijheid, als wij ons tot Christus bekeren, gelovig Hem toelaten in ons leven, en leven vanuit zijn genade. Wij zijn ook verlost van de zonde, zij het niet van de moederschoot af. Onze wereld daagt ons voortdurend uit om de vrijheid te misbruiken: om je NIET te geven, om de vrijheid tot een bezit te maken voor jezelf. Maria laat ons zien, dat echte vrijheid altijd gevende vrijheid is, dat het de wereld in de armen sluit, dat het liefde geeft, levenslang, tot het lijden toe. Gaan wij in deze tijd in Godsnaam aan de hand van Maria. Het klassieke lied van Maria Sterre der Zee kent de nog immer actuele zinsnede: “Bedreigen ons noodweer of storm op ons baan, is het scheepj’ onzer ziel in gevaar te vergaan; bedaar o Maria, de storm op uw bede, geleid ons door’ t leven...” Ik moet daar aan denken vandaag en ook in deze rare tijd van coronacrisis. De stormen van onvrijheid van de liefdeloosheid, de angst voor ziekte, ze waaien rondom ons heen, en ze trekken onze ziel in de afgrond van slavernij. Willen wij dankbaar onze moeizaam bevochten vrijheid gebruiken, aan de hand van Maria, om deze wereld meer liefde te geven. Zeggen wij ja met Maria, om in onze samenleving vrije dienstknechten te zijn.

Lezingen van de komende zondag


Inleiding
Op deze vijfde zondag horen we Jezus zeggen, dat wie Hem volgt als 'de weg, de waarheid en het leven', met Jezus mag gaan naar de plaats in het huis van de Vader, de plaats die Jezus voor ons heeft bereid. Wij hoeven daarom niet bang of ongerust te zijn, ook niet in deze rare tijd, want Jezus' belofte geldt, op voorwaarde dat we ons volledig aan Hem toevertrouwen. Jezus, onze enige weg naar de hemel en de enige wijze om de Vader te zien. Jezus, onze waarheid, want we geloven Hem op zijn woord, Hij is het Woord zelf. Jezus, het leven, wij mogen met Hem sterven om ook met Hem te verrijzen tot eeuwig leven.


Eerste Lezing       (Handelingen 6, 1-7)
Toen in die dagen het aantal leerlingen steeds toenam, begonnen de Hellenisten tegen de Hebreeën te morren, omdat bij de dagelijkse ondersteuning hun weduwen achtergesteld werden. De twaalf riepen nu de leerlingen in vergadering bijeen en zeiden: “Het past niet dat wij het woord Gods verwaarlozen door de zorg voor de ondersteuning. Ziet dus uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden, van goede faam, vol van geest en wijsheid. Hen zullen wij dan met dit ambt bekleden, terwijl wij onszelf blijven wijden aan het gebed en de bediening van het woord.” Dit voorstel vond instemming bij de gehele vergadering en zij kozen Stefanus, een man vol geloof en heilige geest, Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaüs, een proseliet uit Antiochië. Dezen werden aan de apostelen voorgedragen, die na gebed hun de handen oplegden. Het woord Gods breidde zich uit en het aantal leerlingen in Jeruzalem vermeerderde sterk; ook een groot aantal priesters gaf zich gewonnen aan het geloof.

Tussenzang          Ps. 33 (32).1-2, 4-5, 18-19
Refrein: Geef ons, Heer, uw barmhartigheid, zoals wij op U vertrou­wen.

Jubelt, gerechtigen, voor de Heer wie vroom is dient Hem te loven. Eert dan de Heer met citerspel, en speelt voor Hem op de harp.

Oprecht is immers het woord van de Heer en al wat Hij doet is betrouw­baar. Recht en gerechtigheid heeft Hij lief, de aarde is vol van zijn mildheid.

Maar het is God die zijn dienaars bewaakt, hen die op zijn gunst ver­trouwen. Dat Hij hen redden zal van de dood, bij hongersnood hen zal voeden.

Tweede Lezing    (1 Petrus 2, 4-9)
Dierbaren, Treedt toe tot de Heer, de levende steen, door de mensen verworpen, maar uitverkoren en kostbaar in het oog van God. Laat ook uzelf als levende stenen voegen in de bouw van de geestelijke tempel. Draagt als een heilige priesterschap geestelijke offers op, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus. Daarom staat er in de Schrift: “Ik leg in Sion een steen, een uitverkoren, kostbare hoeksteen. En wie op Hem vertrouwt, zal niet worden teleurgesteld.” Kostbaar, dat geldt voor u die gelooft. Maar voor de ongelovigen geldt: De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd, die is de hoeksteen geworden, maar ook “een steen waaraan zij zich stoten, een rots waarover zij struikelen.” Zij stoten zich, omdat zij het woord weigeren te gehoorzamen; en daartoe waren zij ook bestemd. Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht.

Alleluia                
Alleluia. Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt de Heer. Niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij. Alleluia.

Evangelie              (Johannes 14, 1-12)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend.” Tomas zei tot Hem: “Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?” Jezus antwoordde hem: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Als gij Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem.” Hierop zei Filippus: “Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg.” En Jezus weer: “Ik ben al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader? Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht. Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga.”